De kern van het akkoord: lidstaten kunnen voortaan zelf bepalen of een niet-EU-land als veilig derde land geldt. Dat geeft hen meer flexibiliteit én juridische zekerheid. “Precies waar de lidstaten al lang om vroegen,” zegt Assita Kanko, die ook ECR-woordvoerder is in de commissie Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken.
Beroep zonder automatisch verblijf
Concreet kunnen EU-landen nu overeenkomsten sluiten met derde landen waar asielaanvragen worden behandeld. Wie beroep aantekent tegen een niet-ontvankelijk verklaarde aanvraag, behoudt niet langer automatisch het recht om tijdens die procedure in de EU te blijven. “Tegelijk voorkomen we hiermee situaties van jarenlange juridische onzekerheid voor asielzoekers, waardoor ook het vertrouwen in de asielstelsels werd ondermijnd”, aldus Kanko.
Lidstaten moeten voortaan wel de Europese Commissie en de andere lidstaten op de hoogte brengen van nieuwe overeenkomsten met veilige derde landen. Dit moet leiden tot meer transparantie en wederzijds bewustzijn. Op termijn zal dit uiteraard ook de samenhang van het EU-migratiebeleid ten goede komen.
Grondrechten blijven overeind
Assita Kanko benadrukt dat de grondrechten van elke individuele asielzoeker gewaarborgd blijven. “Mensen die bescherming nodig hebben, moeten die krijgen, maar dus niet noodzakelijkerwijs in de EU. Zij kunnen nu eventueel ook effectieve bescherming krijgen in een derde land dat voor hen als veilig wordt beschouwd. Maar het principe van individuele beoordeling blijft hierbij behouden. Er zal dus telkens worden onderzocht of de betrokkene in het derde land effectieve bescherming kan krijgen.”
Minstens even belangrijk is dat het nieuwe akkoord ook geen afbreuk doet aan internationale mensenrechtenverdragen. Er bestaat geen verplichting dat een asielzoeker een persoonlijke band moet hebben met het veilige derde land. “Die band wordt nu facultatief. Zo krijgen de lidstaten de flexibiliteit om te bepalen of en hoe zij dit criterium zullen toepassen. Bijvoorbeeld in functie van de operationele omstandigheden of bestaande samenwerkingsakkoorden”, legt Kanko uit.
Extra aandacht voor minderjarigen
Niet-begeleide minderjarigen vallen in theorie niet onder de toepassing van het concept van veilige derde landen, tenzij er een gegrond vermoeden is dat de minderjarige een gevaar vormt voor de nationale veiligheid of de openbare orde. “Voor die niet-begeleide minderjarigen die een gevaar vormen, blijven de regels van toepassing die al van kracht waren in de bestaande asielprocedure. Met inbegrip van bepalingen inzake versnelde procedures en grensprocedures.”
Nieuwe meerderheid in het Europees Parlement
Volgens Kanko toont dit akkoord vooral aan wat mogelijk wordt met een andere politieke dynamiek. “Dankzij een sterke samenwerking tussen de centrumrechtse fracties krijgen we eindelijk opnieuw controle over ons migratiebeleid, ondanks de herhaalde pogingen van linkse partijen om de deal te blokkeren. Terwijl sommigen elke vooruitgang tegenhouden, kiezen wij voor realisme én menselijkheid”, besluit ze.