Ik weet hoe een synagoge er van binnenuit ziet

Net zoals ik weet hoe een moskee en een kerk er van binnen uitzien, weet ik ook veel over hoe een synagoge eruitziet en wat mensen daar doen. Tijdens Rosj Hasjana, het Joodse nieuwjaar, ben ik er geweest. Toen bracht ik onvergetelijke momenten door in een synagoge en luisterde ik naar wat de rabbijn zei en zag ik hoe de gemeenschap leefde en met elkaar nadien vierde.

Families gingen samen eten en er was ook gelegenheid om samen met de kinderen een ritueel bij de rivier te volgen waar men de fouten van het afgelopen jaar achter zich laat en zichzelf alle kansen geeft voor dit nieuwe jaar. Het was toen dat een vrouw me uitleg gaf over Jom Kipoer.

Ik wilde meer weten, dus las ik er ook meer over. Ik las dat Jom Kipoer de belangrijkste feestdag in het Jodendom is. Ik las hoe iemand die ik ken van plan was twee dagen in de synagoge door te brengen, terwijl hij rouwde om het verlies van een dierbare. Anderen gingen de tijd doorbrengen met hun familie. Daar samen bidden en praten. Een familiemoment.

 

Terrorist in Manchester

Deze week, toen een terrorist met zijn auto inreed op gelovigen bij een synagoge in Manchester tijdens Jom Kipoer, dacht ik aan die man en aan die families. We weten allemaal meteen wat het was: een terreuraanslag. We weten ook waarom. Antisemitisme. Haat die steeds meer wordt verspreid en geaccepteerd.

Het feit dat synagogen en Joodse scholen en musea beschermd moeten worden in Europa is men normaal gaan vinden, in plaats van de reden ervoor aan te pakken. Het feit dat er allerlei mensen rondlopen in Europa die Joodse gezinnen en kinderen, puur omdat ze Jood zijn, koelbloedig dood wensen te schieten.

We hebben het herhaaldelijk gezien. Denk maar aan het Joodse museum in Brussel. Aan de aanslag in de supermarkt in Parijs. Aan gebeurtenissen in Amsterdam.

Wat in Manchester gebeurde was geen toeval of ongeluk. Het was waar alle anderen terecht bang voor zijn. Dat iemand een Joodse school op dezelfde manier binnenvalt.

 

Terrorist reed in op onschuldige menigte

Je las het wellicht. In Manchester reed de terrorist in op de onschuldige menigte tijdens Jom Kipoer, en stak vervolgens meerdere mensen neer. Twee slachtoffers overleefden zijn haat en agressie niet, anderen raakten zwaargewond. Volgens verschillende media is de dader een 35-jarige Britse man afkomstig uit Syrië.

Antisemitisme in Europa en alle haatdragende toespraken leiden tot dit soort geweld. En het ergste is dat men dezelfde fout blijft maken: aan de slachtoffers en hun families denkt men niet, aan een hele gemeenschap die getraumatiseerd is door dit geweld denkt men niet. Het feit dat scholen en gebedsplaatsen bescherming nodig hebben in Europa blijft men normaal vinden.

 

Haat en geweld zijn geaccepteerd

Waar zijn we mee bezig als een school of synagoge alleen open kan worden gehouden als een zware politie- of militaire aanwezigheid een beetje veiligheid kan garanderen?

De haat en het geweld die zich zo manifesteren, zijn echt, maar ook geaccepteerd. Geïnternaliseerd door de maatschappij. Het is wat het is, voel je velen denken.

 

Onze samenleving faalt in het beschermen van burgers

Antisemitisme laat echter niet alleen zien hoe Joden tegenwoordig gehaat en vervolgd worden. Het toont ook hoe onze samenleving faalt in het verdedigen van haar waarden en in het beschermen van burgers, ongeacht hun geloof.

Dat falen vormt vandaag én morgen een bedreiging voor iedereen. Wij moeten als samenleving ons ertoe verbinden om dit te beëindigen. Maar daarvoor moeten we stoppen met de hypocrisie en opnieuw trots zijn op iets dat allang vergeten lijkt te zijn: Dat we allemaal mensen zijn. Dat is niet zo moeilijk. We kunnen het, maar het wel moeten willen.

 

Deze column verscheen op zaterdag 4 oktober 2025 in De Telegraaf.