Dat gevoel en de realiteit van nooit echt ergens bij te horen. Te rechts voor de wokers en te nieuw voor een deel van de anti-wokers die toevallig ook al dan niet bewust extremisten van een andere categorie zijn. Want zowel voor de ene groep als voor de andere, is iemand zoals ik vaak moeilijk te doorgronden.

Waarom jank ik niet? Waarom klaag ik niet? Waarom zing ik niet in koor bij een groep slachtoffer-experts, waarom ben ik zo allergisch voor de slachtofferindustrie?

Waarom geloof ik zozeer in hard werken om je eigen verhaal te schrijven?

Dat stoort bepaalde mensen, maar niet om dezelfde redenen.

Je moet je bewijzen en dat is prima vind ik. Maar vaak kan je zelfs niet van het resultaat genieten, hoewel de prestatie goed is. Er gaat soms een heel lange tijd overheen. Dat is de paradox: integratie moet snel gaan, maar ook weer niet te snel, anders wordt het al rap gezien als een bedreiging.

De waarheid is dat heel veel mensen feitelijk tegen het idee van integratie zijn omdat ze zelf geen inspanning willen leveren. Ze wonen hier in Europa voor de rechten en de sociale zekerheid, maar zijn niet van plan zelf bij te dragen of verantwoordelijkheid te nemen. Hun cultuur en de gewoontes van hun landen van herkomst nemen ze mee en zetten ze boven alles hier.

’Bounty’

Probeer daar eens tegenop te boksen en hen wakker te schudden, hen ervan te overtuigen dat ze erbij kunnen horen en kunnen meebouwen aan deze samenleving. Onze samenleving. Je bent de duivel als je dit doet. Normaal doen vinden zij verraad. Je bent niet goed bij je hoofd. Je bent een abnormaal wezen dat zich situeert tussen blank en zwart, vooral blank van binnen. Het woord bounty valt.

De andere waarheid die ook opvalt is deze: de meeste mensen die voor succesvolle integratie pleiten, bedoelen het ook echt zo, maar een deel van hen schrikt zich rot als ze een goed geïntegreerde migrant ontmoeten. Waarom ben jij hier? Meen je dat nou?

Van hen mag je meelopen, maar wel een eind achterop. Ze zien je graag zweten en ploeteren, zolang je maar niet helemaal aankomt. Wat deze mensen willen bereiken weet ik niet. But your competence is an offence. Normaal doen vinden ze arrogant.

Etiket op voorhoofd

Hoe kan je dat laatste aankaarten zonder het etiket van jankend slachtoffer op je voorhoofd te krijgen? Ik zit klem in deze trein. Het is echter niet woke om dit aan te klagen want wokers ervaren dit nooit. Ze bevinden zich nog onder aan de berg en janken voordat ze beginnen met klimmen.

Iemand moet een speciale deur voor hen openhouden want hun kleur beschouwen ze als een ernstige handicap en de geschiedenis als een bron van fataliteit. Een excuus om niets te doen. Ze verleggen geen steen. Ze moeten gedragen worden door de guilty white people en komen soms aan zonder een druppel zweet.

Wat ik zie kan een woker niet zien. Ze zijn te braaf en te lui. Niet janken en hard werken zoals ik doe, wordt dus niet echt aanvaard. Noch door de wokers, noch door een deel van hun tegenstanders.

Integratie

Is integratie uiteindelijk een mission impossible? Dat denk ik niet. It takes two to tango. Ik heb mijn deel gedaan. Mijn taak is nu om gefocust te blijven en dat is ook mijn advies aan mijn kind of aan mensen die naar me toe komen. Follow your own path and don’t look back.

Terug naar de trein. Een vriendin belde me op nadat ik weer – omdat ik werk en normaal doe –op de ergst mogelijke manier door de modder gesleurd werd in de media. Ze wou me een hart onder de riem steken, maar ik zei dat ik gewoon doorwerkte.

Toen vertelde ze iets wat ik compleet vergeten was: „Twintig jaar geleden stonden we op een perron en iemand riep iets heel racistisch naar je. Ik was razend maar jij zei heel rustig: ’Let it go. Ik heb grote plannen en kan geen tijd verspillen aan dit soort zaken. Als ik me dit allemaal moet aantrekken dan kom ik geen stap vooruit.’

Dat is inderdaad altijd mijn houding geweest: stay focused.

 

Dit was de zevenenveertigste column van Assita Kanko voor De Telegraaf.

www.telegraaf.nl