In de jaren 70 kreeg mijn oma een dochter, nadat ze de moedige beslissing had genomen om bij mijn opa weg te lopen. Ze was van het brandende zand van de Sahel naar een dorp in het zuiden getrokken. Alleen. Mijn moeder en de andere kinderen waren nog klein en aangezien de man alle rechten heeft, mochten ze niet mee.

‘Wat ze ook doet, wat ze ook zegt, ze zal altijd schuldig zijn en met lege handen staan. Want zij is een vrouw en hij is een man.’ Zo evident is het leven voor veel vrouwen. Deze zin staat deels op de cover van C’est le soleil qui m’a brûlée, een boek van de Frans-Kameroense schrijfster Cali­xthe Beyala, en bleef de afgelopen dagen hangen.

Later kreeg oma nog andere kinderen in het dorp waar ze ging wonen. Een van hen was Aïssa, een tante die ik nooit ontmoet heb, maar over wie ik af en toe iets hoor. Aïssa kreeg twee zonen en een dochter, Amina, de jongste van het gezin. In het dorp was geen school, geen elektriciteit en geen lopend water. Moeder en dochter gingen samen naar de put om water te halen, net zoals ik deed toen ik klein was. Samen kookten ze de traditionele maaltijden van hun stam en sliepen ze op dezelfde mat, zongen dezelfde avondliedjes en lachten om elkaars grapjes. Dat was hun leven. Vrolijk als het kon, maar zonder perspectief.

De afgelopen week werd Amina uitgehuwelijkt door haar vader. Toen haar moeder terugkwam van de put waar ze water ging halen, zag ze zoveel volk thuis dat ze zich zorgen begon te maken. Het meisje had haar maandstonden gekregen. Ze moest op dezelfde dag weg naar een man die ze niet kent. Ze is 15 jaar.

Mijn tante is de wanhoop nabij. Ze weet niet eens waar haar dochter nu is, of aan wie ze uitgehuwelijkt werd. Ik wil haar helpen, maar als wij nu naar de politie stappen, is het risico groot dat ze vermoord wordt. Bovendien lopen ook haar andere kinderen dan gevaar.

Mijn nichtje verdient dit lot niet. Net zomin als de miljoenen andere kinderen die jaarlijks uitgehuwelijkt worden. Ze moeten gered worden en de daders verdienen een zware straf. Kindhuwelijken vinden anno 2020 nog overal plaats, ook in Europa. Dat moet stoppen. Overal. Al deze moeders en hun dochters, maar ook de mannen die aan hun kant staan en voor de slachtoffers kiezen, verdienen onze steun. Voor onschuldige meisjes zoals Amina is elke dag dringend.

In een ander leven, had Amina’s lot mijn eigen lot kunnen zijn. In mijn geboorteland Burkina Faso is 52 procent van de meisjes al getrouwd nog voor ze 18 zijn. 10 procent van hen huwt zelfs al voor hun vijftiende verjaardag. 193 landen hebben toegezegd om kindhuwelijken tegen 2030 volledig te bannen, als onderdeel van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de VN. Toch treden jaarlijks wereldwijd nog 12 miljoen meisjes voor hun achttiende in het huwelijk, ook in Europa. En op deze planeet leven tot vandaag nog ruim 650 miljoen vrouwen die als kind moesten trouwen.

Terwijl ik mijn dochter van 12 help met haar huiswerk, besef ik hoe dankbaar ik moet zijn dat ik haar kan opvoeden, voeden en een veilige thuis bezorgen. Niet alle ouders mogen zich even gelukkig prijzen. Deze lockdown leidt tot een toename van het huiselijke geweld, en zal wellicht ook opnieuw tot meer kindhuwelijken en andere vormen van misbruik leiden.

Tal van internationale statistieken tonen aan dat het aantal kindhuwelijken in crisistijden toeneemt. Wanhopige ouders en families beschouwen kindhuwelijken nog altijd als een vorm van bescherming tegen extreme armoede, geweld of seksuele aanranding. De penibele economische situatie en armoede zouden dus een nieuwe generatie jonge meisjes kunnen veroordelen tot een levenslange opsluiting, tenzij wij nu tussenbeide komen.

Meisjes en vrouwen integreren in het economische weefsel is de snelste weg richting vrouwelijke emancipatie. Een brede toegang tot het onderwijs en een actieve deelname aan de economie kunnen ons helpen om definitief komaf te maken met kindhuwelijken en on­gelijkheid die van generatie op generatie wordt overgedragen. Die ongelijkheid wordt in de hand gewerkt door eigendomsrechten die soms alleen voor mannen gelden, te weinig inspraak in gezinsplanning en vrouwelijke genitale verminking.

Maar dat alles kan alleen vruchten afwerpen als er tegelijk bewustmakingscampagnes worden opgezet, als de bestaande wetgeving ook daadwerkelijk wordt afgedwongen en als er in samenwerking met leiders van lokale gemeenschappen, ouders en jonge mannen aan meer bewustwording wordt gewerkt.

Overheden tonen zich vaak terughoudend om op treden bij kindhuwelijken, uit angst dat de relaties tussen de verschillende gemeenschappen onder druk zouden komen. Nochtans is er geen ruimte voor politieke correctheid als het over de bescherming van de veiligheid van kinderen of jonge vrouwen gaat. Echte gelijkheid gaat niet uitsluitend over dezelfde rechten en vrijheden voor iedereen, het gaat ook over de dezelfde wettelijke standaarden voor iedereen. Het is best mogelijk dat er in dit land migranten neerstrijken met een bepaald waardepatroon, maar zoals Graça Machel – de weduwe van Nelson Mandela – ooit stelde: ‘Tradities worden gemaakt door mensen, ze kunnen dus ook opnieuw ongedaan gemaakt worden door mensen.’ Een kindhuwelijk is kindermisbruik. En gedwongen seks binnen het huwelijk is verkrachting.

Het leven van een meisje of vrouw mag nooit bepaald worden door keuzes die iemand anders voor haar maakte. Over deze thema’s moeten we in alle openheid kunnen praten, het kan een jong meisje redden van een lot dat vaak nog erger is dan de dood. Meisjes die ooit gedwongen werden om als kind te trouwen, moeten de kans krijgen om opnieuw naar school te gaan en een toekomst uit te bouwen waar ze zelf van droomden. Als wetenschapper, advocaat of leerkracht. Ze moeten de kans krijgen om een liefdesrelatie aan te gaan met iemand voor wie ze zelf gekozen hebben. En, het allerbelangrijkst: ze moeten hun eigen toekomst kunnen kiezen, in alle vrijheid.