Tegen 2030 al zou de EU een aantal nieuwe leden kunnen toelaten, zo bleek afgelopen week. Kandidaten voor dat EU-lidmaatschap zijn er bij de vleet: van Moldavië, Albanië of Oekraïne tot de Balkanlanden Montenegro, Servië, Kosovo, Noord-Macedonië en Bosnië-Herzegovina tot Turkije en Georgië.

Ursula von der Leyen wil EU zoveel mogelijk uitbreiden

De eerste twee – Albanië en Montenegro – kunnen op basis van het uitbreidingrapport de beste papieren voorleggen voor een snelle toetreding. Maar voorzitter Ursula von der Leyen van de Europese Commissie liet er deze week weinig twijfel over bestaan dat het op termijn de bedoeling is om de EU met zoveel mogelijk landen uit te breiden.

"We zijn meer dan ooit vastbesloten om de uitbreiding van de EU te realiseren. Een grotere Unie betekent namelijk een sterker en invloedrijker Europa op het wereldtoneel," klonk het.

Of het zo’n vaart zal lopen, is zeer twijfelachtig: voor uitbreiding van de EU is unanimiteit vereist van de 27 bestaande lidstaten. Onder meer Hongarije verzet zich nu al fel tegen de toetreding van Oekraïne, maar intussen zou er wel onderzocht worden hoe eventuele veto’s van bestaande lidstaten in de toekomst omzeild kunnen worden.

Het vaakst gehoorde argument om nieuwe lidstaten tot de EU toe te laten, zijn de reusachtige geopolitieke omwentelingen van de voorbije jaren. Lees: willen we onder meer een aantal landen in de Balkan uit de Russische invloedssfeer halen, dan is het EU-lidmaatschap daartoe de snelste weg.

Bovendien zou een grotere EU zich op termijn dan ook ontpoppen tot een grotere en meer invloedrijke speler op het wereldtoneel, klinkt het in Europese kringen in Brussel.

 

Grote verschillen binnen Europese Unie

In theorie zou dat kunnen kloppen, maar de voorbije jaren hebben natuurlijk ook aangetoond dat de grote verschillen en tegenstellingen binnen het blok juist ook heel verlammend en vertragend kunnen werken. Van internationale handelsakkoorden over het landbouwbeleid tot de toekomst van de industrie: op alle vlakken werden we overtroefd en in snelheid overtroffen door China en de VS.

Waarom zou dit, met nog meer landen erbij en met nog grotere interne tegenstellingen, anders worden? Ook organisatorisch is een verdere uitbreiding verre van evident: de unanimiteitsregel die voor heel wat EU-beslissingen geldt, staat niet zelden een krachtdadig beleid in de weg. Na een uitbreiding naar 30 of zelfs 35 landen wordt het alleen maar lastiger om het eens te worden over cruciale beslissingen.

En dus moeten we nu niet alleen naar de kandidaat-lidstaten kijken, maar moeten we ook de hand in eigen boezem steken: is de EU in haar huidige structuur wel klaar voor een verdere uitbreiding? Nog meer bureaucratie, nog minder slagkracht, nog meer intern geruzie terwijl we links én rechts ingehaald worden door de VS, India of China? Nee, daar zit de burger écht niet op te wachten.


Illegale migratie torenhoog op politieke agenda

Los daarvan zijn er ook tal van inhoudelijke argumenten om die uitbreidingsplannen zéér kritisch te bekijken, en om daarmee vooral niet te overhaast te werk te gaan.

Om te beginnen, is er de controle van de EU-grenzen. Illegale migratie staat vandaag torenhoog op de politieke agenda, zowel op EU-niveau als in zowat alle lidstaten afzonderlijk. Als we het nu al zo lastig hebben om de EU-buitengrenzen goed te controleren en te bewaken, dan zal die uitdaging alleen maar groter worden wanneer er nog een aantal lidstaten bijkomen.

Daarnaast is er het economische argument: de toetreding van nieuwe lidstaten impliceert automatisch ook een miljardenstroom naar de nieuwkomers, die op het gebied van infrastructuur, landbouw, leefmilieu en diensten doorgaans nog mijlenver achterlopen. Kan het prijskaartje hiervan voor relatief kleine kandidaat-lidstaten zoals Albanië of Montenegro nog relatief meevallen, dan zouden de kosten voor de toetreding van een land als Oekraïne met ruim veertig miljoen inwoners al snel in de tientallen miljarden lopen.

Op een moment dat de EU financieel al naar adem snakt en dat maar weinig lidstaten staan te springen om hun bijdrage te verhogen, wordt dat een gigantische uitdaging.

Last but not least is er natuurlijk ook de vaststelling dat de EU alleen voldoende meerwaarde heeft als ze bewijst meer te zijn dan een economisch samenwerkingsverband. Wil de EU overleven, dan moet ze de burger ook kunnen enthousiasmeren en ergens voor staan: politiek pluralisme, vrijheid van meningsuiting, scheiding tussen Kerk en Staat, democratische waarden en de rechtsstaat, noem maar op. Zelfs met de beste wil van de wereld zie ik niet in hoe je vandaag zou kunnen volhouden dat landen zoals Turkije, Servië, Oekraïne of Georgië aan die criteria zouden voldoen.

Het idee dat we een betere en meer slagkrachtige EU zouden krijgen door ons grondgebied uit te breiden maar tegelijk de eigen waarden en principes te verloochenen, is te gek voor woorden. We moeten de kar niet voor het paard spannen: kandidaat-lidstaten moeten eerst zelf hun huiswerk maken en de Europese principes omarmen alvorens we hun kandidatuur zelfs maar kunnen overwegen.

 

 

Deze column verscheen op zaterdag 1 november 2025 in De Telegraaf