In landen zoals Nederland en de VS wordt meer gevraagd, maar dit zou nog een stapje verder kunnen en mogen gaan. Toen ik deze week op missie voor buitenlandse zaken van het Europees Parlement was in de zuidelijke Kaukasus, zag ik hoe graag Georgië bijvoorbeeld kandidaat-lid van de EU wil worden terwijl het land politiek nog ver daarvan af staat. Het deed me denken aan de nationaliteit op individueel niveau van een EU-lidstaat. Als je niks hoeft af te spreken is het ook hetzelfde als lid worden van de EU zonder inspanningen te verrichten of huiswerk te maken.

Ik weet dat mijn land, België, weinig mensen boeit en dat is begrijpelijk. Maar dit verhaal over je committeren boeit je misschien wel, omdat het over meer gaat dan dat. Het gaat over identiteit en territorium. Over duidelijke afspraken, sociale interactie en contract. Over kwesties die universeel zijn en waarmee veel beschavingen, vroeger en nu, te maken hebben gehad.

Sommige beschavingen hebben het overleefd, andere niet. Maar het proces van de ondergang is altijd hetzelfde geweest. Een langzame dood. Met de verwatering van verantwoordelijkheden en het gebrek aan waardering van de eigen waarden en normen. Want beschavingen storten niet plotseling in, zoals gebouwen of de Titanic. Nee, zij storten niet in één keer in, maar verliezen geleidelijk hun inhoud en hun pijlers, stukje bij beetje, van binnenuit weggevreten, tot er slechts een leeg omhulsel overblijft. Dan is het voorbij.

Ankers

Maar zijn we ons hiervan bewust? Dat de waarden, wetten en normen van onze westerse samenleving onze gemeenschappelijke kracht en ziel zijn, onze ankers en dat wij de plicht hebben ze te beschermen tegen alle verraderlijke aanvallen en nalatigheid die zij dagelijks te verduren krijgen? Denken wij na over wat het concreet voor ons dagelijks leven zou betekenen als wij niet meer terug kunnen vallen op deze waarden en regels?

In het kader van mijn werkzaamheden in de Commissie buitenlandse zaken, veiligheids- en defensiebeleid reis ik soms naar conflictgebieden en plaatsen waar conflicten zijn bevroren. Met collega’s hebben we er besprekingen met staatshoofden en regeringsleiders en met het maatschappelijk middenveld. Dit veldwerk stelt ons als Europarlementariërs in staat ons werk op concrete feiten te baseren. Ik vraag me op dat soort plekken af hoeveel waarde we nog hechten aan onze éigen waarden en kansen.

Mijn verblijf in Irak en op de administratieve demarcatielijn met Zuid-Ossetië of een vergadering gisteren in het Armeense parlement, gebogen over een kaart om te praten over Nagorno Karabach en een corridor die Azerbeidzjan wil aanleggen, maar die aan Armeense kant huiveringwekkend is, hebben onuitwisbare indrukken op mij gemaakt.

Identiteit

Het gaat altijd over een kaart, grenzen en een grondgebied, over een identiteit en een geschiedenis. Het kan oorlog of vrede betekenen. In Zuid-Ossetië of Armenië zijn veiligheid en het recht op zelfbeschikking de eerste behoeften van de bevolking. In Georgië schreeuwt men om toetreding tot de Europese Unie, maar de noodzakelijke hervormingen zijn nog ver weg. Dat gaat niet vanzelf.

Hier in West-Europa beschouwen we dingen als vanzelfsprekend en zijn we niet bereid ons erfgoed te verdedigen. We durven er zelfs niet meer trots op te zijn en schamen ons. Op nationaal niveau kan iedereen lid worden en de nationaliteit krijgen zonder veel te beloven. Vaak ligt de nadruk alleen maar op de rechten en ondersteuning, zelden op de plichten en participatie. Maar zo verliezen we alles.

Op EU-niveau stel ik vast dat sommigen landen in het Europees Parlement de EU te snel en zonder voorwaarden openstellen. Daarbij vergeten ze dat de Europese waarden in acht genomen moeten worden en dat we de controle al verloren hebben door te snel te gaan in plaats van goede afspraken te maken. Er moet huiswerk gedaan worden, er moeten zaken op orde gesteld zijn voordat men kan deelnemen en zich schikt naar onze normen en waarden.

Ook als je staatsburger wordt moet je het nodige doen en niet alleen van de rechten profiteren. Wie dat niet wil mag gewoon niet in de club, denk ik. We moeten waakzamer worden en weer trots durven zijn op onze eigen verworvenheden.

Dit was de vijfde column van Assita Kanko voor De Telegraaf. 

www.telegraaf.nl